
Gemeente Alphen aan den Rijn
T.a.v. het College
Postbus 13
2400 AA ALPHEN aan den RIJN
Boskoop, 21 mei 2025
Betreft: reactie op antwoordbrief College op brief Red de Polder
Geacht College,
Naar aanleiding van uw reactie op de petitiebrief van Red de Polder wil ik hierbij reageren op uw schrijven. In de visie van de bewonersgroep zijn een aantal antwoorden op de gestelde vragen niet, niet volledig of onjuist beantwoord.
Ook is er op 9 april 2025 door mevrouw XXX een toezegging gedaan om middels een 2e brief de aanvullende vragen, welke zijn besproken op 31 maart 2025 met mevrouw XXX en mevrouw XXX, te beantwoorden. Hier staat in de huidige brief niets over vermeld.
Tevens is er een groot vermoeden dat, ondanks dat de Gemeenteraad zich duidelijk heeft uitgesproken op 17 april j.l., het College en de initiatiefnemer zich vooralsnog niet zullen neerleggen bij de beslissing aan de locatie Middelburgseweg 88 A/ Wijkdijk 67 geen huisvesting te realiseren.
In uw reactie heeft u onze vragen onderverdeeld in blokken. Getracht wordt om onze reactie in dezelfde verdeling van blokken weer te geven.
Vraag 1 & 2: Onderzoek en proces
U geeft aan dat Gemeente Alphen aan den Rijn een faciliterende rol heeft gehad in
het initiatief aan de Middelburgseweg 88 A/ Wijkdijk 67. U benadrukt dat u op voorhand niet volledig of op voorhand op onderdelen akkoord bent. Echter, als er dergelijke grote stappen worden gezet door met name de Gemeente, dan vindt u er als bestuursorgaan toch ook iets van? De stappen zoals gericht een subsidie aanvragen met bijzonder veel informatie over het initiatief, en het in werking stellen van de wijziging Greenport gebied door Provincie Zuid Holland neem je toch niet als er geen positief eindresultaat gewenst is?
U geeft aan dat door Team Projectmanagement van Gebiedsontwikkeling geen onderzoek is uitgevoerd in dit geval. Waarom is dat niet gebeurd? Wie heeft dan de talloze gesprekken gevoerd met PZH, en met welk doel? De gesprekken zijn heel gericht geweest om het initiatief voor elkaar te krijgen.
U verwijst naar de herziende ISV 2020. Hiervan is reeds meerdere keren aangegeven dat deze destijds onder voorbehoud door een toezegging van oud wethouder XXX is vastgesteld door de Gemeenteraad. Er zit dus een “mits” aan de vaststelling ISV 2020 vast, die wederom niet wordt benoemd door u.
In de voorbereiding van de ISV 2020 hebben de boomkwekers “interesse” getoond in huisvesting op 1 of meerdere locaties. Bij dergelijke grote bouwsels mag je verwachten dat er degelijk onderbouwd wordt waar die behoefte op is gebaseerd. Uit informatie verstrekt op een Woo verzoek blijkt de onderbouwing te bestaan uit een notitie uit 2018 waarachter geen berekening of onderbouwing schuilgaat, en daarnaast een schatting. Is dit afdoende onderbouwing voor zoeklocaties van 500 – 1000 plaatsen?
Vraag 3: Bestemmingsplan
U maakt een onderverdeling in ontwerp vooraf / ontwerp/ en vaststelling omgevingsplan. Bij de 1e stap wordt eventueel een MER rapport opgevraagd. Echter, door PZH te verzoeken de locatie op te nemen in de 3 hectare-kaart is een MER rapport op voorhand al niet meer nodig en wordt deze bewust al ontweken?
U spreekt van een huidige situaetekening waarbij 3 bouwlagen te zien zijn. Waar ziet u de overige 2 bouwlagen? Op de tekening die o.a. door College is verstrekt bij haar brief van 13 december 2024, en ook op latere tijdstippen door gemeente staat geen opmerking dat er 3 woonlagen zijn. Ook is er al vanaf 2022 sprake van 236 tweepersoonskamers, en 40 eenpersoonskamers binnen de gemeente. De tekening toont in de enige woonlaag 42 kamers voor 4 personen. Heeft gemeente een volledige tekening in het bezit, waarbij de overige woonlagen zichtbaar zijn?
Vraag 4 & 5: Provinciaal beleid – bebouwingscontour Provincie Zuid-Holland
De locatie ligt in het boom-en sierteeltgebied, nadat dit in uw opdracht door PZH isgeregeld. Daarvoor lag het er niet in! Ook hier vragen wij ons af; wat is hier faciliterend in, en niet regelend/organiserend?
Het gebied is aangewezen in de Z-H Omgevingsverordening, nadat u verzocht heeft het GP-gebied te wijzigen. Ook hier rijst de vraag wat het faciliterende gehalte is van de Gemeente. Per slot van rekening; als u er niet om verzocht had, viel het niet binnen het gebied en bood het niet de mogelijkheid tot short- en midstay verblijf.
ODMH heeft bij de ISV 2020 beoordeeld dat een MER niet meer nodig is. Dit is toch ook al het gevolg door de plaatsing op de 3 hectarekaart door PZH? En hoe kan het ODMH tot een dergelijke beslissing komen zonder te weten wat er exact zou komen op een mogelijke zoeklocatie?
Op onze vraag of PZH op de hoogte is van dit initiatief heeft u geen antwoord gegeven. Uit correspondentie tussen PZH en gemeente is inmiddels duidelijk dat er al uitgebreid over gecommuniceerd is, ver voor 2021. Waarom vermeld u dit niet tbv de transparantie?
Vraag 6 t/m 10: Het initiatief en huisvesting
U heeft geen gegevens van de locatie aan de Hoogeveenseweg, omdat dit niet uw perceel is. Dat is de Middelburgseweg 88 A/ Wijkdijk 67 ook niet, en toch heeft u daarwel relatief veel gegevens van. Zoveel dat u er een aanjaagsubsidie op heeft kunnen aanvragen. Wat maakt het verschil qua locaties?
Ook hier vermeld u dat in 2023 o.g.v. een schatting er ongeveer 1.400 arbeidsmigranten werkzaam zijn en inventariseert en bundelt de Greenport om zo een gegarandeerd aantal bedden te kunnen contracteren. Wederom is er sprake van een schatting en wordt er, zowel door Greenport als de Gemeente, geen onderbouwing gegeven. De vraag om inzicht te geven hoe de verdeling is in aantal arbeidsmigranten die Greenport en Gemeente dienen te herbergen, versus de regio, blijft open staan.
Wanneer eist Gemeente een degelijke onderbouwing als visies gebaseerd zijn op aantallen? Zowel in 2020 als hier in 2023 en nu eind 2024, als gevolg van het iniatief, zijn alle aantallen continue gebaseerd op schattingen. Hier kan men toch geen gedegen keuzes op maken als gemeente?
Opnieuw refereert u aan de behoefte van kwekers in 2018/ 2019 aan grootschalige huisvesting. Dient bij een dergelijke diepliggende behoefte dan ook geen betere onderbouwing dan de schamele notitie van een belangenvereniging die nog geen A4 formaat vult, zonder cijfermatige of beargumenteerde onderbouwing? Hoe groot is het belang van de belangenvereniging Greenport Boskoop binnen gemeente Alphen aan den Rijn?
Het gebundeld en gezamenlijk een gegarandeerd aantal bedden te contracteren door de Greenport, zou een garantie bieden op lokaal gebruik van de accommodatie. Voor welke periode commiteert men zich dan om te waarborgen dat de accommodatie niet weer vervalt in werkenden in andere regio’s? En hoe had Gemeente hierop willen controleren dat gemaakte afspraken nagekomen worden?
U stelt dat vanwege het tijdelijk verblijf integratie in de lokale gemeenschap in mindere mate een rol speelt. Hier schrikken wij enigszins van. Dat zou betekenen dat een ieder die ergens kort verblijft geen behoefte en/of noodzaak zou hebben om in een samenleving te staan?
Wij missen een antwoord op de vraag of er ook andere voorstellen zijn geweest, eventueel in kleinere eenheden.
De ontwikkelaar moet zorgdragen voor een aantal zaken, zo stelt u in uw antwoord. Echter zijn er heel wat meer onderzoeken dan alleen een verkeersonderzoek die zij zal moeten uitvoeren o.g.v. de Omgevingswet. Heeft de Gemeente in haar faciliterende rol dit ook gecommuniceerd met de initiatiefnemer?
Vraag 11 t/m 14: Rust in de polder
Het initiatief komt voort uit boomkwekers die zich hebben gemeld bij de Greenport Boskoop met interesse voor huisvesting van hun medewerkers. Is het aantal boomkwekers net zo kundig geïnventariseerd als het aantal benodigde arbeidsmigranten?
Wenst en heeft Gemeente hier een onderbouwing van het aantal? Want de Raadscommissievergadering van 3 april j.l. heeft bij het inspreek-gedeelte wel verduidelijkt dat niet alle Greenport leden gehoord of betrokken worden door hun belangenvereniging.
U stelt dat de beoogde locatie meer toezicht zal hebben door structureel toezicht. Maar Gemeente heeft met haar bevoegdheid toch de ruimte om structureel toe te zien aan wie en op welke plek zij een vergunning verstrekt? En daarmee zicht op de kwaliteit, ook in het centrum van Boskoop.
Met de Beleidsregels Tijdelijk Wonen Alphen is ook bepaald dat er geen grootschalige onderkomens zo dichtbij elkaar mogen zien. Waarom is er dan toch gefaciliteerd door de Gemeente? En hoe dacht Gemeente dit op te lossen?
U antwoord dat een te kleine buitenruimte kan leiden tot “zwerven in de omgeving”. Waar is deze bevinding op gebaseerd? En wanneer is een buitenruimte groot genoeg dat dit zich niet voordoet? Want door uw stelling oogt het dat er een omslagpunt aanwezig is.
Ook hier stelt u dat de ontwikkelaar zorg moet dragen voor onderzoeken naar de effecten op weidevogels. Is dat niet verschuiving van de verantwoordelijkheid?
Vraag 15: Landschappelijke-, cultuurhistorische waarden en natuur
In de petitie stellen wij dat met dit initiatief vooral naar een “quick win” en marktwerking wordt gekeken. Er is om helderheid door B & W gevraagd waarom hiervoor gekozen wordt en of dit houdbaar is voor de langere termijnplannen voor de polder. Hierop is niet geantwoord.
De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor een landschapsarchitect en een stedenbouwkundigplan, die bij de aanvraag voor wijziging van het omgevingsplan zullen worden getoetst door Gemeente. Dit is toch veel te laat en te ver in het proces? Het geeft de iniatiefnemer onnodig veel kosten als het niet past, die hij waarschijnlijk wenst te verhalen op de Gemeente en daarmee de burger. Of wordt er in een eerder stadium al een voortoetsing gedaan om te zien of initiatiefnemer op de goede weg is?
Vraag 16 & 17: Waterberging en waterkering
Het hoogheemraadschap heeft in 2022 advies gegeven, naar het zo leest een positief advies. Dit trekken wij zeer in twijfel. In de 1e plaats dat het Hoogheemraadschap op een Woo verzoek waar deze periode in viel, geen stukken uit 2022 heeft vrij gegeven. Wat zij wel hebben vrij gegeven is direct contact met de initiatiefnemer waarin gelijk geadviseerd wordt af te zien van de ontwikkeling in verband met het opbarstrisico in deze polder. Hoe kan dit zo ver uiteen liggen qua interpretatie?
De aanvullende vragen die overhandigd zijn op 31 maart 2025 aan mevrouw XXX, en op 9 april 2025 per mail verstrekt zijn aan mevrouw XXX, zijn nog niet beantwoord.
Mevrouw XXX heeft op 9 april in haar mail geantwoord deze in een 2e brief te beantwoorden. Voor de volledigheid stuur ik de opsomming van de petitievragen, inclusief de aanvullende vragen, mee met dit schrijven. Graag zien de omwonenden ook deze vragen beantwoord door uw College.
Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet.
XXX
Namens bewonersgroep Red de Polder